- misdoen
- {{misdoen}}{{/term}}1 [zondigen] faire (qc.) de mal2 [onrecht aandoen] faire du mal à♦voorbeelden:1 wat heb ik misdaan, dat … • qu'est-ce j'ai fait au bon Dieu pour que … 〈+ aanvoegende wijs〉2 alles wat ze jou heeft misdaan • tout le mal qu'elle t'a fait?
Deens-Russisch woordenboek. 2015.